Zeef de bloem en het zout in een kom. Prak de boter in kleine stukjes en voeg bij de bloem. Meng met je handen net zolang tot het aan het aan broodkruim doet denken. Maak een klein kuiltje in het midden en doe daar het losgeklopte ei in (en houd een beetje achter de hand voor later). Meng het geheel met een mixer met deeghaken en kneed het tenslotte met de hand tot een soepel deeg. Maak er een bal van en laat deze een half uur verpakt in plastic folie in de koelkast rusten. Vet de taartvorm in en strooi wat bloem op het aanrecht en rol het deeg uit met een deegroller. Bekleed de vorm met de deegplak. Prik met een vork wat gaatjes in de bodem.
Schil de asperges met een dunschiller van iets onder het kopje naar het uiteinde en snijd de houtachtige uiteinden (ca. 3 cm) eraf. Bewaar ze in een pan met een ruime hoeveelheid koud water. Haal de asperges uit de pan en breng het water met het zout en de suiker aan de kook. Leg de asperges met de koppen in dezelfde richting in de pan. Kook met de deksel op de pan in 10-15 minuten gaar. Prik met een vork in het onderste deel van de asperges om te voelen of ze gaar zijn. Schep de asperges met een schuimspaan uit de pan, laat ze even uitlekken op een dubbel gevouwen doek. Bewaar het kookvocht. Snijd de asperges in stukjes van 2 cm.
Verwarm de oven voor op 200 graden. Ontkorst het brood, snijd in blokjes en bak bruin in de roomboter. Schaaf de Graskaas in plakjes en bekleed hiermee het deeg in de vorm. Voeg de broodblokjes en ¾ van de aspergestukjes toe. Voeg 1 1/’2 dl van het asperge kookvocht toe aan de losgeroerde eidooiers. Meng met de slagroom, maïzena, zout en peper. Giet dit mengsel in de taartvorm. Bak de taart in de oven in ca. 30 minuten bruin en gaar.
Kook ondertussen de 3 eieren hard en snijd in plakjes. Rol de overgebleven asperges in de plakjes ham. Serveer de taart met de ei en aspergerolletjes.
